Afgelopen zomer werd mij het boek ‘Wellust’ van Elise van Alderen opgestuurd. Elise is seksuoloog en arts. Ze is gespecialiseerd in de behandeling van seksuele problemen bij vrouwen. Ook werkte ze mee aan het lespakket ‘Kriebels in je buik’ en aan de ontwikkeling van de ‘Pubergids’. En nu heeft ze een boek geschreven over vrouwelijke seksualiteit. Haar missie: vrouwen helpen los te komen van de beperkingen die hen op seksueel gebied worden opgelegd, zodat ze hun seksualiteit naar eigen inzicht en verlangen kunnen vormgeven.
Het is lastig om in één blog te vatten waar ‘Wellust’ over gaat, het is een veelomvattend boek. Er zijn hoofstukken over anatomie, partnerseks, seksuele mythes, autonomie en lichamelijke vrijheid. Ook bevat het boek diverse oefeningen waar je mee aan de slag kunt gaan. Persoonlijk vond ik het deel over opwinding en het hoofdstuk over de seksuele mythes het meest interessant. Hierin stond veel informatie die ik nog niet wist.
Opwinding
‘Zin in seks’ en ‘seksuele opwinding’ zijn twee verschillende dingen. Seksuele opwinding ontstaat niet spontaan, het is een reactie op de seksuele prikkels die je ontvangt. Die prikkels kunnen van buiten komen, via je zintuigen (iets wat je ziet, hoort of voelt), of van binnenuit (zoals een fantasie of een herinnering). Elise deelt seksuele opwinding op in drie componenten: het lichaamscomponent, het gevoelscomponent en het seksorganencomponent.
Onder het lichamelijke component valt alles wat er fysiek in je lijf gebeurt als je opgewonden bent (denk aan het toenemen van de hartslag of een verhoogde ademhaling). Het gevoelscomponent omvat alles wat met emotie en beleving te maken heeft. Het seksorganencomponent gaat specifiek om de lichaamsdelen die onder invloed van seksuele opwinding lekkerder en gevoeliger voelen. Dit is voor iedereen anders, maar over het algemeen vallen de seksorganen hieronder.
Seksueel verlangen is de sleutel tot genot. Dat klinkt logisch, maar toch zijn veel vrouwen zich niet voldoende bewust van de verschillende componenten die tot seksueel verlangen leiden. Hierdoor ervaren ze soms weinig zin in seks. Tijdens het lezen moest ik denken aan de documentaire ‘Mijn seks is stuk’, waarin journalist Lize Korpershoek onderzoekt waarom ze zo weinig zin heeft in seks. Ze onderzoekt onder andere of ze aseksueel is. Na een lichamelijk onderzoek blijkt dat ze wél op seksuele prikkels reageert en fysieke opwinding ervaart. Toch ervaart ze deze opwinding niet als ‘zin.’ Waarschijnlijk omdat er op andere vlakken (zoals het gevoelscomponent) niet voldoende gebeurt. Door meer over jezelf en over je seksueel verlangen te leren (wat remt je? wat vind je prettig?) vergroot je het genot en is seks fijner.
Seksuele mythes
Hardnekkige mythes dragen bij aan een verkeerd beeld van (vrouwelijke) seksualiteit. Ze staan ons in de weg. Elise wijdt een heel hoofdstuk aan deze mythes en ontkracht ze één voor één. Ze behandelt mythes als ‘de enige echte seks is penis-in-vagina-seks’, ‘het orgasme van de vrouw heeft geen nut’ en ‘een vrouw heeft van nature minder zin in seks’. Deze mythes vervangt ze door nieuwe statements, zoals ‘seks is zoveel meer dan penis-in-vagina-seks’, ‘het nut van het orgasme is voor iedereen hetzelfde, namelijk seksueel genot’ en ‘de juiste voorwaarden voor seksuele opwinding ontbreken vaak voor vrouwen.’
Dat laatste statement wordt uitgebreid in haar boek besproken. Elise kijkt daarbij naar allerlei verschillende facetten, zoals de geschiedenis van de clitoris (en de clitoriscensuur), het patriarchaat, de invloed van media, seksuele objectificatie en de verspreiding van onjuiste informatie. Het is shocking en een beetje triest dat seks eigenlijk óveral is (op tv, in tijdschriften, in reclames etc.), maar het ons toch aan belangrijke kennis ontbreekt. Met dit boek draagt Elise van Alderen bij aan de verspreiding van nodige kennis en zet je aan het denken over je eigen seksuele verlangens.