milouvoskuilen
De eerste kreukels
Bijgewerkt op: 12 nov. 2019
Vorige week stond ik voor mijn badkamerspiegel. Ik fronste, trok mijn wenkbrauwen op en forceerde een glimlach. Naast mijn ogen sierden een aantal bescheiden lachrimpels. Ook de lijnen om mijn mond leken iets dieper te zijn dan een jaar geleden. Zag ik hier de eerste barstjes in mijn huid?
Het is de eerste keer dat ik me zorgen maak over het ouder worden. Ergens voel ik me absurd. Ik ben pas zesentwintig. Er wordt nog regelmatig om mijn ID-kaart gevraagd als ik een fles wijn haal. Ergens vind ik het nog steeds moeilijk om te geloven dat ik volwassen ben. En toch maak ik me ineens zorgen over het verliezen van mijn jeugdigheid.
Dat ik daar nu mee bezig ben, komt door het programma van Sophie Hilbrand, 'Sophie in de kreukels'. Daar vertelde iemand dat je huid collageen verliest vanaf je vijfentwintigste. Om dat tegen te gaan kun je overwegen preventief botox te gebruiken. Want: hoe minder diep de rimpel, hoe beter je hem glad kunt strijken.
Ondanks het kritische oogpunt van het programma, bleef een zin me achtervolgen: mijn huid is haar jeugdigheid aan het verliezen. Vanaf nu gaat het dus bergafwaarts. Sunny Bergman schreef al over het onbedoelde effect van haar documentaire 'Beperkt Houdbaar'. Namelijk, dat juist méér mensen de stap naar plastische chirurgie overwegen als je over het onderwerp praat - ongeacht het standpunt. Door het tonen van de mogelijkheden in de cosmetische industrie wordt de kijker zich bewust van de opties. Door het bespreken van fronsrimpels en hangende borsten ben je geneigd over je eigen vergankelijke lijf na te denken.

Ook ik keek kritisch naar mijn spiegelbeeld en vroeg me af: Begint de tijd vat te krijgen op mijn uiterlijk? Ik ben niet overdreven ijdel. Ik draag geen foundation of poeder op mijn huid en ik streef niet naar een egaal gezicht. Voor ik ga slapen haal ik netjes mijn mascara eraf en was ik mijn gezicht; dat is mijn beauty-ritueel. Ik ben best tevreden over mijn uiterlijk. Mijn grootste punt van onzekerheid was mijn neus. Als kind was ik mij nooit bewust van mijn karakteristieke gok, tot een klasgenoot opmerkte dat ik eigenlijk best een aparte neus had. Toen kon ik ineens niet meer zonder oordeel naar mijn gezicht kijken. Blijkbaar werkt het zo: pas als iemand me ergens op wijst, kijk ik in de spiegel.
Mijn neus heb ik inmiddels geaccepteerd. Ik wil hem niet verkleinen of veranderen. Het resultaat zou te opvallend zijn. Mijn gezicht zou niet meer op het mijne lijken. Ik wil best een beetje knapper zijn, maar ik wil niet op iemand anders lijken. Zo heb ik ook altijd over botox gedacht: je verandert teveel. Het ziet er nep uit: zo'n gladgestreken voorhoofd.
Maar toen ik in Sophie's programma knappe actrices hoorde praten over hun botox-gebruik begon het beeld toch wat te wankelen. 'Het effect is tijdelijk', riepen ze. 'Als je weinig gebruikt is het subtiel. Het zorgt ervoor dat je er frisser, meer uitgeslapen uitziet.'
Dat is iets wat ik best wil: er meer uitgeslapen uitzien.
Nu de opties voor bij waren gekomen, bleven ze aanwezig in mijn hoofd. Waar ik twee jaar geleden nog riep dat ik nooit botox zou gaan gebruiken, durf ik het gebruik nu niet meer uit te sluiten. Want, toen had ik makkelijk praten, toen was ik nog vierentwintig. Nu weet ik: mijn huid is haar jeugdigheid aan het verliezen.